Sint Maarten gaat voor de Nederlandse standaard

Overzees, toch verbonden, met grote verschillen én overeenkomsten. Trainers Chakib en Sara waren een week ondergedompeld in het gevangeniswezen op Sint Maarten onder de hoede van de ervaren en zeer gerespecteerde ‘coördinator huisdienst’ Mr. Honoré. Ze spraken medewerkers, gedetineerden en directie om een beeld te krijgen van de uitgangssituatie én de leerbehoefte. Terug in Nederland ligt alle informatie op de tekentafel voor een op maat gesneden basisopleiding.

St. Maarten gaat voor de Nederlandse standaard - 2
Beeld: ©Opleidingsinstituut DJI
V.l.n.r. dhr. Juliana (MT-lid), Chakib, Sara, dhr. Carty (directeur)

De minister van Justitie van Sint Maarten heeft het Opleidingsinstituut DJI (OI) gevraagd om de medewerkers op te leiden. “Sinds 2010 is Sint Maarten een land binnen het Koninkrijk der Nederlanden en is daarmee zelf verantwoordelijk voor het gevangeniswezen en de rechtsbeschermingsketen. Waar het het gevangeniswezen betreft, is dat nog niet goed van de grond gekomen, onder andere door orkaan Irma in 2017”, vertelt programmamanager gevangeniswezen Rob Kievitsbosch. Hij is vanuit het ministerie van BZK uitgezonden om de gevangenisdirectie te ondersteunen.“Nu is er een plan van aanpak voor een volwaardige justitiële organisatie. Daarbij streeft Sint Maarten naar de Nederlandse standaard en kwam zo uit bij het OI.”

Profielschets

Eerst een profielschets. Er zijn circa 80 gedetineerde mannen, maximaal 7 vrouwen, 10 jeugdigen en 20 plaatsen politiecellen/huis van bewaring. De detentieduur is gemiddeld langer dan bij ons, de populatie is jonger. De 70 executieve medewerkers zijn lang in dienst, veelal 15 tot 30 jaar. Er zijn weinig incidenten en er loopt een bak aan ervaring rond.

'Door het kleine eiland kennen veel medewerkers en gedetineerden elkaar direct of via via

Grote opleidingsbehoefte

Wat is nu precies de opleidingsvraag? Rob: “De opleidingsvraag is groot. Zo’n twintig jaar geleden heeft een deel van de medewerkers een functiespecifieke opleiding gevolgd op Curaçao. Daarna is er niet veel meer gebeurd. Deze mensen oefenen een vak uit en met een opleiding worden ze daar beter in. Zo’n investering getuigt van respect voor dat vak. Het gaat dan om basale kennis en vaardigheden op het gebied van onder meer veiligheid, bejegening, instructies en technieken, zorg en medicatie. En de huisregels en dienstinstructies komen uit de la. Er komt samenhang in werkwijze en de basis wordt naar een hoger niveau getild. In eerste instantie betreft het een basisopleiding tot bewaarder voor 6 tot 8 groepen in de loop van een jaar. Daarna kan in lijn met de door te voeren functiedifferentiatie – straks zijn er naast bewaarders ook PIW’ers - een tweede opleidingsfase tot PIW’er volgen.”

Meelopen

Hoe krijg je nu een goed beeld van de uitgangssituatie? Door mensen te interviewen, te observeren en mee te lopen met de medewerkers tijdens hun werk. Drie dagen in de gevangenis en een dag bij de jeugdinrichting en de politiecellen.

Sint Maarten gaat voor de Nederlandse standaard
Beeld: ©Opleidingsinstituut DJI
Justitieel complex Pointe Blanche

Sporen orkaan

Terwijl Chakib en Sara de berg oprijden, zien ze te midden van het spectaculaire uitzicht over de blauwe Atlantische Oceaan (met in de verte Sint Barth, Saba, Sint Eustatius en St Kitts & Neves) het justitiële complex Pointe Blanche. De sporen van orkaan Irma springen gelijk in het oog. “Lampen bij de ingang zijn afgebroken, de ‘chapel’ en de ‘workshop’ hout/metaal/auto’s liggen in puin, losgeslagen golfplaten rammelen in de wind en er zit een nooddak op de schiettorens. Verder zien we een voorgebouw met hoge muren en daarachter het cellencomplex in de vorm van een kruis. Een architectuur die we in Nederland ook kennen bij kleinere justitiële inrichtingen. We melden ons bij de receptie en we gaan volgens de bekende procedure pieploos naar binnen. Binnen is alle superschoon, want er wordt veel gepoetst. We zien wel achterstallig onderhoud”, vertelt Sara. De financiën lijken de bottleneck, want er wordt wel veel waarde gehecht aan de woonomgeving. Rob: “Er zijn twee onderhoudsploegen gemaakt om de binnenkant op te knappen. Met beperkte middelen. Wat er is, wordt benut. Zo heeft een gedetineerde met een restje knaloranje verf zijn cel opgefleurd, wat bij de buren zo in de smaak viel, dat we nu kijken of er meer mogelijk is. Het zijn de kleine dingen die het doen en bijdragen aan een goed woon/werkklimaat.”

'Waar wij denken in regels, procedures en richtlijnen, werken de Sint Maartenaren naar inzicht en ervaring'

Een fluitje en een wapen

Dan zoomt Chakib in op de medewerkers. “Opmerkelijk vond ik de lagere bezetting dan bij ons, terwijl we ons overigens echt veilig voelden en er weinig incidenten zijn. De gedetineerden traden ons met respect tegemoet. Maar dat kon ook komen door Mr. Honoré voor wie ze diep respect hebben en wie niets ontgaat. Piepers zijn er niet, wel fluitjes, als van een scheidsrechter, en er zijn schiettorens met gewapende medewerkers. De medewerkers die we hebben gesproken zijn zeer betrokken bij hun werk. Ze hebben een groot verantwoordelijkheidsgevoel en een goede professionele band met de gedetineerden. Dat is hier een extra uitdaging: door het kleine eiland kennen veel medewerkers en gedetineerden elkaar direct of via via. Ze weten goed wie ze in huis hebben en hoe ze met hen moeten omgaan.” Ook hier biedt een dagprogramma structuur aan de dag, zij het losjes. “De arbeid is beperkt doordat de werkplaats niet is hersteld. Gedetineerden maken schoon, werken in de wasserij, de keuken of  in de onderhoudsploegen. Verder is er onder meer sport, bezoek en een kleine bibliotheek.”

Zó kan het dus ook

Een wereld van verschil is HOE er wordt gewerkt. Sara: “Waar wij denken in regels, procedures en richtlijnen, werken de Sint Maartenaren naar inzicht en ervaring. Huisregels en dienstinstructies zijn er wel, maar die liggen onderin een la. Er is geen eenduidigheid. Zo kan spontaan een buitenmoment plaatsvinden, zo van ‘Iedereen die nu naar buiten wil, mag naar buiten’. Gaan ze lekker voetballen en zijn ze daarna superblij en heb je daar de volgende dag nog een praatje over. Wij zagen dit door ons gekleurde Nederlandse brilletje en dachten ‘Zó kan het dus ook’.”

'Sommigen zijn zeer gedreven zich te ontwikkelen en leren door veel te lezen'

Een bak ervaring

Ook opvallend vinden Chakib en Sara het verschil in niveau en houding tussen de medewerkers. Chakib: “Alles bij elkaar ben ik onder de indruk van de berg ervaring die daar rondloopt. Medewerkers zijn gemiddeld zo’n 15 tot 30 jaar in dienst. Sommigen onderscheiden zich door hun gedrevenheid zich te ontwikkelen en te leren door veel te lezen. Mijn gevoel is dat iedereen heel gemotiveerd is om straks een opleiding te krijgen. Ze vinden het een cadeau, maar ook spannend. Logisch als je zo lang geen functietraining hebt gehad. En als fysieke fitheid niet in je programma ingebakken zit, is dat ook heel spannend.”

Naar de tekentafel

Met een berg informatie en indrukken zijn trainers Sara en Chakib om de tafel gegaan met een multidisciplinair OI-team om te komen tot een definitief opleidingsplan. Sara licht het traject toe: “Relatiebeheerder Daniëlle heeft destijds de eerste klantgesprekken gevoerd met Rob om de opleidingsvraag te onderzoeken en uit te vragen. Samen met het beeld dat we tijdens ons  werkbezoek van de uitgangssituatie hebben gekregen, is dit de basis voor de leerdoelen en inhoud. Adviseur Curriculumontwikkeling Christa heeft concrete opleidingsvoorstellen geschreven. Het is maatwerk en dat zit ‘m bijvoorbeeld in de gebouwelijke situatie, cultuur, beschikbare middelen en de bezetting. Onze aanpak, bijvoorbeeld bij een incident, is daar niet altijd mogelijk. Ook is er geen IBT. Daar pas je de inhoud dan op aan. Qua werkvormen verwacht ik geen verschillen. Interactie en opdrachten op de werkplek lijken me bijvoorbeeld prima werken. Op 9 mei start de eerste groep bewaarders met de opleiding. We kijken ernaar uit!”

Wordt vervolgd!